Tekst |
ZONDAG 23
Vr.59. Maar wat baat het u nu dat gij dit alles gelooft?
Antw. Dat ik in Christus voor God rechtvaardig ben, en een erfgenaam des eeuwigen levens a.
Vr.60. Hoe zijt gij rechtvaardig voor God?
Antw. Alleen door een waar geloof in Jezus Christus a; alzo dat, al is het dat mij mijn consciƫntie aanklaagt dat ik tegen al de geboden Gods zwaarlijk gezondigd en geen daarvan gehouden heb b, en nog steeds tot alle boosheid geneigd ben c, nochtans God, zonder enige verdienste mijnerzijds d, uit louter genade e mij de volkomen genoegdoening f, gerechtigheid en heiligheid van Christus g schenkt en toerekent h, evenals had ik nooit zonde gehad noch gedaan, ja, als had ik zelf al de gehoorzaamheid volbracht, die Christus voor mij volbracht heeft i, in zoverre ik zulke weldaad met een gelovig hart aanneem j. |