Tekst |
Vr.28. Waartoe dient ons dat wij weten dat God alles geschapen heeft en nog door Zijn voorzienigheid onderhoudt?
Antw. Dat wij in allen tegenspoed geduldig a, in voorspoed dankbaar zijn mogen b, en in alles dat ons nog toekomen kan, een goed toevoorzicht hebben op onzen getrouwen God en Vader c, dat ons geen schepsel van Zijn liefde scheiden zal d, aangezien alle schepselen alzo in Zijn hand zijn, dat zij tegen Zijn wil zich noch roeren, noch bewegen kunnen e. |